
4 personen
400 gram zeeduivelfilet
100 gram gamba vlees rauw
100 gram gekookt mosselvlees
2 tenen knoflook
35 gram pancetta
50 gram brood
Olijfolie
Zout en peper
Snufje kurkuma
Snufje gemberpoeder
1 eetlepel gehakte peterselie
Snijd het brood in plakjes en besprenkel met olijfolie, rooster het in de oven op 180 graden.
Wrijf het in met een knoflookteen en maak er grof paneermeel van.
Hak de mosselen en gamba’s grof.
Snijd de zeeduivel in stukken en pureer deze in de keukenmachine.
Doe het zeeduivel vlees in een kom en breng op smaak met zout, peper, de kurkuma, gemberpoeder en de eetlepel gehakte peterselie erdoor.
Meng het broodkruim erdoor.
Als het op smaak is het gamba en mosselvlees er voorzichtig door spatelen.
Paprikasaus
2 rode paprika
2 tenen knoflook
1 fijngehakt sjalotje
2 dl kippenbouillon
Flinke scheut droge sherry
Zout en peper
Verwijder het zaad uit de paprika en snijd de paprika in grove stukken.
Fruit de ongeveer 20 minuten op een matig vuur.
Voeg de sjalot toe en laat deze 4 minuten mee fruiten, tenslotte de knoflook toevoegen en nog 2 minuten mee fruiten.
Blus af met de sherry en de bouillon en laat 30 minuten zachtjes sudderen.
Glad pureren in de keuken machine en door een zeef in een saus pan gieten dan op smaak brengen met zout en peper en een drupje citroensap.